Moeder Kortrijkse werd opgericht in 1884 door Robrecht Doutreligne en Ernest Reynaert. 128 jaar later is Moeder Kortrijk een club die de aloude tradities nog steeds respecteert. Het is daarmee de oudste club die ononderbroken actief is te Leuven. De club groepeert de studenten uit Kortrijk en omstreken.
*Geboren als Kortrijkse Groeningher Gilde bracht zij haar kinderjaren door aan de Université Catholique de Louvain waar zij, spoedig herdoopt tot Moeder Kortrijkse, weldra op de bres zou staan voor een meer en beter Vlaams studentenleven.
Pas de kinderschoenen uitgetrokken, nam zij haar intrek in de familiewoning den Bel bij vader en moeder Isidoor Devriendt en zij zou er vele jaren het wel en wee van talrijke studentengeneraties uit Kortrijk en omliggende meemaken.
Met de oorlog 1914-18 moest zij de meeste van haar jongens noodgedwongen zien vertrekken, herstelde echter vlug van alle oorlogsellende om in de twintiger-dertiger jaren een nooit eerder gekende bloei beleven. Het was in die periode dat zij het geluk had haar Gouden Jubileum, in 1935, te mogen vieren. Toen reeds vergroeid met het K.V.H.V. was zij vooral verbonden met de Leuvense studentenfanfare.
De tweede wereldoorlog kon haar levenslust nauwelijks minderen en de na-oorlogse jaren mocht zij al rap een tweede en nieuwe jeugd doormaken.
Zo leefde zij in Leuven, van jaren van weelde en welzijn, omringd door een talrijke kroost en vereerd door twee flinke dochters waarvan de oudste als Moeder Izegemse (1941) en de jongste als Moeder Waregemse (1947)zou opgroeien.
Palmrye en Flavie hadden ondertussen al langer het roer van den Bel overgenomen en bleven er Moeder Kortrijkse gezelschap houden tot de middel jaren vijftig.
Een lange periode werd toen afgesloten. Moeder Kortrijkse moest naar een andere verblijfplaats verhuizen, woonde tot voor kort nog in de Bandung op de Oude Markt om zich dan wat verder te gaan vestigen in de Wink waar ze nu met een tussenstap in de Confrator (sloot de deuren 2006) nu elke week aanwezig zijn in de Ambiorix.
Moeder Kortrijkse 128 jaar oud … maar ook nog 128 jaar jong!
Moeder Kortrijkse … een leven vol Vlaamse strijdbaarheid, doorweven met studentikoze romantiek.
Moeder Kortrijkse … met haar actieve ereleden, haar gezellige nieuwjaarsreceptie en haar jaarlijkse barbecue.
Moeder Kortrijkse … met haar eigen clubavonden, haar rollingen, haar geslaagd Paasbal en legendarische dagdisco’s!
Vivat, cresat, floreat Moeder Kortrijkse!
‘t Is t’ onzent!
*Vrij naar “En kendet gij de Têwaers niet …” van Marcel Toye en Lieven Van Steenkiste.
Indien U alles wilt weten over de geschiedenis van Moeder Kortrijkse dan moet U zich zeker en vast het boek “En kendet gij de Têwaers niet, dit liedje zal ‘t U leren…” van Marcel Toye en Lieven Van Steenkiste aanschaffen over 100 jaar Moeder Kortrijkse (1884-1984) naar aanleiding van het centennium van Moeder Kortrijkse die uitbundig gevierd werd met dit lijvig lustrumboek.
VOORWOORD
Moeder Kortrijkse honderd jaar! Een historisch feit in de geschiedenis van de Vlaamse universitaire studentenwereld. De eerste – en mag ik het wel zeggen: de grootste en de beste – Club aan de KUL die de grote eer genoot er als honderdjarige gevierd te worden. Te Leuven geboren als Kortrijkse Groeningher Gilde bracht zij haar kinderjaren door aan de Université Catholique de Louvain waar zij, spoedig herdoopt tot Moeder Kortrijkse, weldra op de bres zou staan voor een meer en beter Vlaams studentenleven.
Pas de kinderschoenen uitgetrokken, nam zij haar intrek in de familiewoning den Bel bij vader en moeder Isidoor Devriendt en zij zou er vele jaren het wel en wee van talrijke studentengeneraties uit Kortrijk en omliggende meemaken.
Met de oorlog 1914-18 moest zij de meeste van haar jongens noodgedwongen zien vertrekken, herstelde echter vlug van alle oorlogsellende om in de twintiger-dertiger jaren een nooit eerder gekende bloei beleven. Het was in die periode dat zij het geluk had haar Gouden Jubileum, in 1935, te mogen vieren. Toen reeds vergroeid met het K.V.H.V. was zij vooral verbonden met de Leuvense studentenfanfare.
De tweede wereldoorlog kon haar levenslust nauwelijks minderen en de na-oorlogse jaren mocht zij al rap een tweede en nieuwe jeugd doormaken.
Zo leefde zij in Leuven, van jaren van weelde en welzijn, omringd door een talrijke kroost en vereerd door twee flinke dochters waarvan de oudste als Moeder Izegemse (1941) en de jongste als Moeder Waregemse (1947) zou opgroeien.
Palmyre en Flavie hadden ondertussen al langer het roer van den Bel overgenomen en bleven er Moeder Kortrijkse gezelschap houden tot de middel jaren vijftig.
Een lange periode werd toen afgesloten. Moeder Kortrijkse moest naar een andere verblijfplaats verhuizen, woonde tot voor kort nog in de Bandung op de Oude Markt om zich dan wat verder te gaan vestigen in de Wink.
Moeder Kortrijkse 136 jaar oud … maar ook nog 136 jaar jong!
Vraag het maar aan diegene die te Kortrijk op 25 november 1984 aanwezig waren op de eerste viering van haar honderdjarig bestaan in de volle Sint-Michielskerk met de aangepaste homilie van een bevriend Monseigneur, op het stadhuis met de door talrijke prominenten bijgewoonde stijlvolle studentikoze academische zitting en in het Parkhotel Cortina op het lekker Galabanket te midden van het geestdriftig enthousiasme van oudere en jongere, naar allen even pittige, tafelspeechers.
Vraag het maar aan al die ex-commilitones en commilitones die op het winters weekend van 16 en 17 maart 1985 zo talrijk te Leuven aanwezig waren en er in die prachtige Jubileumzaal van de Universiteitshallen konden genieten van die grandioze receptie, die door een sublieme rector Piet De Somer aangeboden, en gretig mochten luisteren naar de geestige speech van rector Guido Maertens van de KULAK, beide rectoren ter dier gelegenheid gepromoveerd tot Commilito Honoris Causa.
En vraag het tenslotte aan al diegenen die het afscheid in den Boule, op die zondagavond, wel nimmer zullen vergeten!
Moeder Kortrijkse … een leven vol Vlaamse strijdbaarheid, doorweven met studentikoze romantiek.
Moeder Kortrijkse … met haar eigen clubavonden, haar rollingen, carnavals en Zoete Waters! Haar levenskracht heeft zij, ook al is zij honderd jaar, nog niet verloren.
Het was dan ook aangewezen dat dit leven te boek zou gesteld zorgen en haar als een kostbaar aandenken zou worden aangeboden. Wat kon beter en mooier dan een echte biografie, met talrijke familiefoto’s en veelvuldige jeugdherinneringen!
Twee van haar zonen, Lieven Van Steenkiste, senior 1961-62 en erevoorzitter 1979-84 en Marcel Toye, senior van de Fanfare 1964-65-66, namen deze moeilijke taak op zich.
Dat zij geslaagd zijn zal de lezer zelf wel kunnen vaststellen. Dat zij niet tijdig gereed kwamen voor de eerste zit doet niets af van hun summa cum laude in de tweede zit.
Hun respectievelijke echtgenoten en kinderen zullen echter, meer dan zie dan ook, weten wat hen aan die tijd en inspanning gekost heeft om hun doel te bereiken, maar… het doel heiligde hier wel de middelen en graag wil ik getuigen dat zij tenvolle in hun opzet geslaagd zijn.
Het resultaat loont zeker de moeite en het geduldig wachten!
En kendet gij de Têwaers niet, dit liedje zal ‘t U leren is een bijzonder waardevolle uitgave, een codex van blijvende en steeds stijgende waarde.
Namens de Club en ook in naam van het ere- en uitvoerend comité stel ik er prijs op de twee auteurs oprecht te danken voor hun aanpak en hen tevens van harte te feliciteren voor hun standaardwerk.
Naar aanleiding en ter gelegenheid van haar honderdste verjaardag kon Moeder Kortrijkse met dit boek zich zelf en al haar nakomelingen geen nuttiger en aangenamer feestgeschenk geven.
Ik wens aan alle bezitters van deze luxe-uitgave enorm veel lees- en kijkgenot.
Vivat, crescat, floreatque Moeder Kortrijkse!
Ingelmunster, 30 december 1985
Carlos Vlegels,
erevoorzitter
M. Doutreligne
E. Reynaert
‘t Is ‘t onzent dat de Fransman eens
Zijn sporen heeft gelaten
En zonder schat of riddereer
Het slagveld heeft verlaten.
‘t Is t’onzent dat Palfijn ontstond
Het Vlaamse woord in Vlaamsen mond
Weerklinkt langs veld en straten!
En kendet gij de “Té Woars” niet,
Dit liedje zal’t U leren!
En als wij drinken, schinken wij
Om Kortrijk te vereren!
Sa, makkers brengt de beker aan de mond
En reikt hem aan de vrienden rond,
Ten minste duzend keren!
‘t Is t’onzent !!!
De Ambiorix (2006 – …)
De Kortrijkse komt iedere clubavond (elke dinsdag, en afhankelijk van het humeur van onze Senior ook op zondag, maandag, woensdag en donderdag) samen in café de Ambiorix (lees “den Ambi “) op de Oude Markt in Leuven, één van de laatste echte studentencafes van Leuven, waar ook nog een aantal andere clubs gelegerd zijn. Vervoeg ons aldaar en geniet mee van de Mingma Killers! Iedere sympathiekeling die ons eens een pint wil komen trakteren is uiteraard van harte welkom.
De Confrator (1999 – 2006)
De Kortrijkse kwam dan iedere clubavond samen in café de Confrator op de Grote Markt in Leuven (nu thans de Bar Louis).
De Vagant (1997 – 1999)
De Kortrijkse kwam dan iedere clubavond samen in café de Vagant op de Vismarkt in Leuven (nu thans gesloten).
De Ravage (1993 – 1997)
De Kortrijkse kwam dan iedere clubavond samen in café de Ravage.
De Confrator (1990 – 1993)
De Kortrijkse kwam dan iedere clubavond samen in café de Confrator op de Grote Markt in Leuven (nu thans de Bar Louis).
De Casteleyn (1989 – 1990)
De Kortrijkse kwam dan iedere clubavond samen in café de Casteleyn.
De Wiel’s Ton (1987 – 1989)
De Kortrijkse kwam dan iedere clubavond samen in café de Wiel’s Ton.
De Wink (1983 – 1987)
De Kortrijkse kwam dan iedere clubavond samen in café de Wink.
De Bandung (1968 – 1983)
De Kortrijkse kwam dan iedere clubavond samen in café de Bandung.
De Jack Op (1964 – 1968)
De Kortrijkse kwam dan iedere clubavond samen in café de Jack Op.
De Dauphin (1963 – 1964)
De Kortrijkse kwam dan iedere clubavond samen in café de Dauphin.
De Petit Louvain (1962 – 1963)
De Kortrijkse kwam dan iedere clubavond samen in café de Petit Louvain.
De Malmédy (1961 – 1962)
De Kortrijkse kwam dan iedere clubavond samen in café de Malmédy.
De Zanzibar (1960 – 1961)
De Kortrijkse kwam dan iedere clubavond samen in café de Zanzibar.
De Petit Paris (1956 – 1960)
De Kortrijkse kwam dan iedere clubavond samen in café de Petit Paris.
Den Bel (1890 – 1956)
De Kortrijkse kwam dan iedere clubavond samen in café Den Bel.
Beste,
Het boek ‘En kendet gij de Têwaers niet, dit liedje zal ‘t U leren’ heeft onze aandacht getrokken omdat hierin ook enkele tekeningen van Maurice Debevere staan, uit een periode toen hij nog piepjong was . Voor een tentoonstelling over Morris zou het ons wel interesseren om reweten of de originele tekeningen of publicaties nog bewaard zijn in het archief van Moeder Kortrijkse?
Met vriendelijke groeten,
Hallo, ik las de vraag van Bernard Pauwels hierboven en vroeg me af of hier een antwoordje werd gegeven? Zelf ben ik ook op zoek naar de tekeningen van Maurice Debevere (aka Morris, aka tekenaar Lucky Luke) voor een tentoonstelling in december 2023. Bedankt om dit te bekijken. Je mag gerust mailen naar info@gidsenplus.be. Bedankt. Ellie